zaterdag 16 mei 2009

Gijs-Gans-energie


Eén van de regelmatig terugkomende personages in de Donald Duck-verhalen is de luie knecht van Oma Duck, Gijs Gans. In tegenstelling tot de stereotype boerenknecht is hij niet handig, taai, hardwerkend en introvert. Zijn twee grootste hobbies zijn slapen en eten, en hij beoefent allebei zoveel dat Oma Duck alle klusjes op de boerderij zelf moet opknappen.

Nu kan een arbeidsrechtenadvocaat zich afvragen hoe realistisch deze situatie is - immers, als een knecht niet productief is zou Oma Duck hem allang in zijn proefperiode ontslagen moeten hebben, vermoedelijk is Gijs gewoon lui omdat dat literair-technisch een beter contrast met Oma vormt, net zoals als Donald niet zo opvliegend en soms dom zou zijn, hij nooit in de penarie zou komen waar we zo graag over lezen.

Toch is de "Gijs-Gans"-persoonlijkheid -zelfs als werknemer- niet zo absurd en onmogelijk als je zou denken. Dat bleek uit één van de verhalen van mijn vader, die voor de val van de Muur Oost-Berlijn bezocht. Oost-Duitsland had toendertijd een volledig gegarandeerde werkgelegenheid. Iedereen kreeg een baan, niemand kon ontslagen worden.

Op een middag had mijn vader honger en ging een restaurant in om eten te bestellen. Hij ging aan een tafeltje zitten en wachtte op de ober. Er kwam geen ober, hoewel er wel duidelijk een paar obers zichbaar waren, achteraan de zaak, die met elkaar en de kok aan het kletsen waren. Mijn vader kuchte. Nog steeds keek geen ober op of om. Uiteindelijk moest mijn vader naar de ober toelopen om eten te bestellen, dat uiteindelijk met de grootste traagheid en tegenzin werd geleverd.

Kwam dat omdat de Oost-Duitsers van nature lui waren? Dat kan bijna niet, omdat ze hun genen delen met hun punktliche en gründliche westerburen. Het probleem lag in de gegarandeerde werkgelegenheid: omdat niemand ontslagen kon worden (en de obers waarschijnlijk tegen hun zin aan het 'werk' waren gezet in het restaurant) hadden ze geen motivatie om de moeite te nemen klanten te bedienen. Want wat hadden ze eraan?

Gijs Gans vertoont dit verschijnsel ook: Oma kan wel mopperen, maar daar trekt Gijs zich niets van aan, dat gemopper is voor hem kennelijk niet erg. En of hij nou werkt of niets doet, hij krijgt toch appeltaart. Waarom dan niet genieten van lekker een dutje doen en dan appeltaart, inplaats van hard te moeten werken en dan appeltaart te krijgen? Gijs is niet lui, maar slim.

De meesten van ons zijn bewust of onbewust net zo slim als Gijs Gans. Als werk niets oplevert, doen we het niet, of stoppen we er na een tijdje mee. De meeste mensen gaan alleen dingen doen die verschil maken. Ons lichaam zelf gebruikt de 'wat levert het op'-regel ook om ons gedrag te regelen. Het zorgt voor honger (een negatief gevoel) zodat we wat te eten gaan zoeken, wat het negatieve gevoel wegneemt. Eten levert dus wart op (een minder naar gevoel in je buik). Als je een volle blaas hebt werkt dat net zo: er zijn geen motivatieproblemen voor mensen die ècht naar het toilet willen, niemand met een overvolle blaas zal zeggen 'wel, in theorie is het wel nuttig naar de WC te gaan, maar ik heb vandaag niet zo'n zin.'

Als er één figuur uit de Donald Duck onlogisch is, is het niet Gijs Gans, maar Midas Wolf. Wàt Midas ook probeert, hij krijgt de biggetjes maar niet te pakken. Voor ons lezers is dat leuk. Maar een echte Midas Wolf zou al snel hernoemd worden tot "Depri Wolf", het signaal van het rekencentrum in zijn hersenen dat het toch geen zin heeft de biggetjes achterna te gaan, en dat hij beter iets anders kan proberen of op zijn minst lamlendig thuis kan zitten om energie te besparen tot betere tijden.

Dit is overigens ook één van de redenen dat je je na een dag waarop je niets hebt kunnen doen vaak veel moeier voelt dan als je veel hebt bereikt. In het eerste geval geven de hersens een signaal "werken helpt toch niet. Stop met werken en spaar energie". In het tweede geval geven de hersenen het tegenovergestelde signaal. "werken wordt beloond. Ga meer werken, hier heb je de nodige energie". Je hersenen zijn slimme investeerders, en weigeren energie ('kapitaal') te steken als de investering niets oplevert (of niets extra's oplevert, dat is eigenlijk hetzelfde), maar hebben wel ineens energie/geld genoeg als er een gouden gelegenheid voorbij komt.

Moeheid (en luiheid) vallen dus zeker te bestrijden: je moet er gewoon voor zorgen dat je òf je werk geestelijk aan de beloning koppelt en je vooruitgang bijhoudt (nog 10 uur schrijven, en dan is mijn proefschrift af. Joepie!) of gewoon vervelende klusjes beloont met iets dat je leuk vindt of waar je waarde aan hecht. Je kunt jezelf, je vrienden of je werknemers overigens ook lui maken door ze onafhankelijk van wat ze ook doen, ze altijd of juist nooit te belonen. Als je ondergeschikte bijvoorbeeld een rapport inlevert, kun je er bijvoorbeeld een korte blik op werken, en zeggen "waardeloos. Maak maar een nieuwe versie". Erger is het natuurlijk als je jezelf lui maakt door alleen maar vervelende, onbelangrijke dingen te doen, of langdurige projecten te hebben en het doel en de vooruitgang uit het oog te verliezen. Maar dat wordt al snel hogere Gijs-Gans-kunde.

De moraal van dit verhaal? Als je je lui of moe voelt op een ander tijdstip dan vlak voor het naar bed gaan ben je dingen aan het doen die je onderbewuste niet belonen. En dat is een goede reden om nog eens na te denken over wat je nou eigenlijk wil, wat je leuk vindt, of je wel de goede dingen doet, en of je de goede dingen ook goed doet, of je jezelf beloont met iets waardevols. Hoewel soms gestimuleerd door onze omgeving, of het nou een hyperkritische leerkracht is of een veel te aardige oma, is moeheid een vervelende manier om je leven door te brengen. Luiheid is daarentegen wel slim, dus luister er naar. Wie weet leer je meer over jezelf en je doelen in het leven dan je ooit had kunnen dromen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten