vrijdag 3 april 2009

De barmhartige Samaritaan




De Barmhartige Samaritaan (Rembrandt, 1632-1633)

Een van de bekendste verhalen van Jezus is die van de barmhartige Samaritaan. Het verhaal gaat over een man die door rovers wordt overvallen en bloedend aan de kant van de weg ligt. Dan komt een priester voorbij, en die ziet de gewonde man – maar gaat aan de andere kant van de weg lopen.. Vervolgens komt een schriftgeleerde voorbij. Hij ziet de gewonde ook – en gaat óók aan de andere kant van de weg lopen. Tenslotte komt een Samaritaan voorbij en hij ziet de man, verbindt zijn wonden, legt hem over zijn ezel en brengt hem naar een herberg, waar hij voor de verzorging betaalt.

Je denkt misschien dat die priester en schriftgeleerde in het verhaal nogal hypocriet zijn: dat ze iedereen aansporen tot godvruchtigheid en deugd, maar zelf geen vinger uitsteken om een medemens te helpen. Wat het verhaal voor het publiek in die tijd extra schokkend maakte, was dat Samaritanen door de Joden gezien werden als niet te vertrouwen vreemdelingen, in een tegenwoordige versie zou Jezus misschien een van top tot teen getatoeerde punker, kraker, of Hell's angel hebben gebruikt als Samaritaan. Probeer je maar eens voor te stellen dat een priester en een dominee straal voorbij een gewonde lopen, en dat een Hell's Angel iemand in nood wel helpt!

De moraal van het verhaal lijkt te zijn dat hulp uit de meest onverwachte hoek kan komen, en algemener lijkt het verhaal te vertellen dat mensen niet altijd doen wat je zou verwachten op grond van hun uiterlijk of beroep.

Dat is natuurlijk voer voor psychologen. Wanneer helpt iemand anders een medemens die in nood is? De onderzoekers Darley en Batson probeerden daar in de jaren 70 van de vorige eeuw achter te komen.

De onderzoekers recruteerden theologiestudenten om een lezing te geven; de helft moest een lezing geven over de procedures aan hun universiteit, de andere helft moest een lezing geven over het verhaal van de Goede Samaritaan. Beide groepen werden in drieën gesplitst. Alle studenten kregen te horen dat ze de lezing in een ander gebouw moesten geven, maar één subgroep werd verteld dat ze ruim tijd hadden om naar het andere gebouw te gaan, terwijl tegen een andere subgroep werd gezegd dat ze zich moesten haasten. Een derde groep kreeg een beetje tijd, maar niet veel. Er waren uiteindelijk dus zes groepen -procudures/haast, Samaritaan/haast, procedures/beetje tijd, samaritaan/beetje tijd, procedures/veel tijd, samaritaan/veel tijd.

Darley en Batson, met het voor psychologen kenmerkende gevoel voor humor, hadden tussen de twee gebouwen een “slachtoffer” geplaatst die urgent hulp nodig leek te hebben. Hoeveel theologiestudenten denk je dat stopten?

Schokkend genoeg voor de gelovigen onder ons stopten de toekomstige dominees niet allemaal. Het zullen gaan houden van een lezing over de goede Samaritaan leek de kans te vergroten dat ze zouden helpen, maar de belangrijkste factor was de tijd: als de studenten tijd hadden stopte 63% om te helpen, als ze gehaast waren maar 10%! (zie ook http://www.experiment-resources.com/helping-behavior.html)

Dat wil niet zeggen dat de seminariestudenten die niet hielpen slechte mensen waren – alleen dat of iemand helpt niet erg afhankelijk is van zijn of haar karakter oftewel of de persoon "aardig" of "niet aardig" is. Het hangt veel meer af van een externe factor zoals hoeveel haast hij of zij toevallig heeft. En dat is ergens ook logisch, een goed nadenkende “redder” zou de waarde van een mens redden opwegen tegen de kosten, en hoe meer haast hij of zij heeft, des te groter zijn de kosten voor hem (te laat komen is niet leuk), en dus is de reddingsactie “duurder”, en minder mensen zullen dus helpen. En (discriminerend genoeg), hoe aantrekkelijker het slachtoffer is, des te eerder mensen helpen. Kennelijk levert een reddingsactie dan meer op.

Maar wat begrijpelijk is hoeft natuurlijk niet goed te zijn. Het was waarschijnlijk beter geweest als de theologiestudenten hun eigen haast en noden hadden gerelativeerd– wat is het belang van op tijd zijn voor een speech tegenover een mensenleven? En hoe serieus moeten wij onszelf nemen, van de ene dringende maar ook niet zo erg belangrijke afspraak naar de andere rennend? Misschien is het goed ook af en toe om ons heen te kijken en te bedenken dat wij niet de enigen zijn met problemen - en we hebben waarschijnlijk ook niet eens de grootste problemen van iedereen. Alleen als we dat beseffen kunnen we echte barmhartige Samaritanen worden.

1 opmerking: