donderdag 30 april 2009

Wetenschappelijke reflecties (2) - Waarom (geen) wetenschapper worden

Vorige week heb ik een opsomming gemaakt van redenen om wèl of nou juist géén wetenschapper te worden. Maar een nadenkend persoon zou dan waarschijnlijk de bal terugkaatsen: het moge duidelijk zijn dat ik een wetenschappelijke opleiding gevolgd heb, en zelfs aan een promotieonderzoek ben begonnen, maar wat zijn mijn redenen geweest om wetenschapper te proberen te worden? En wil ikzelf daar ook mee doorgaan, of stoppen?

Ik had zeker goede redenen om wetenschap te kiezen:
a) ik vond natuurwetenschappen de leukste vakken op school, vooral scheikunde
b) ik wilde graag iets nuttigs doen, de wereld verbeteren (tenminste een klein beetje, misschien door een uitvinding)
c) ik vind het ontzettend leuk nieuwe dingen te leren of te begrijpen (een van mijn favoriete bezigheden is een uur of twee uur opzij te zetten om lekker een populair-wetenschappelijk tijdschrift of boek door te nemen)
d) ik was ook goed in natuurwetenschappen, veel meer dan in (bijvoorbeeld) vergaderen of economie. Ik vermoedde dat ik veel meer succes zou hebben in een wetenschappelijke carrière dan als bijvoorbeeld manager.

Nu ben ik zestien jaar verder. Heb ik in de tussentijd nog wat geleerd?
a) natuurwetenschappen vind ik nog steeds erg leuk, maar ik heb wel geleerd dat scheikundige zijn (scheikundig onderzoek doen) iets heel anders is dan scheikunde als schoolvak.
b) Ik heb 1 patent, en ook verschillende kleine dingetjes uitgevonden, wat erg leuk is! Maar ik vind het toch vaak moeilijk te zien waarvoor een bepaald onderzoek nuttig is; zeker aan de universiteit is er het gevaar dat je zulke vergezochte zijpaden inslaat dat je na veertig jaar onderzoek doen tientallen artikelen hebt geschreven, maar dat de wereld niks merkt van al jouw werk. Er zijn nog steeds veel dingen waarvoor wetenschappelijke kennis nodig is (bijvoorbeeld milieuvriendelijkere produkten maken), maar vaak wordt het grote probleem niet zozeer veroorzaakt door wereldvreemde wetenschappers, maar door weifelende politici. We kunnen technisch het broeikaseffect oplossen met de technieken die we vandaag al hebben, maar om regeringen zover te krijgen dat ze ook geld ervoor willen betalen, dat is het echte probleem!
c) Ik vind het nog steeds leuk om nieuwe dingen te leren, al merk ik dat ik steeds meer naar de psychologie afdwaal, misschien omdat ik scheikunde relatief goed begrijp, maar mezelf niet altijd...
d) succes in een wetenschappelijke carrière heeft (helaas?) weinig te maken met succes in natuurwetenschappen op school. Dat komt ook omdat wetenschapper zijn erg verschilt van leerling zijn.

Die laatste bewering klinkt misschien raar. Ben ik aan het zeggen dat scheikundedocenten je allemaal onzin over scheikunde vertellen? Helemaal niet (wel, ze vereenvoudigen vaak wel een beetje, maar dat is om de leerlingen niet helemaal te verwarren). Wetenschapper zijn is heel anders dan leerling zijn, maar omdat ik nu te moe ben om verder te gaan (gisteravond te lang computerspelltjes gespeeld, zoals verklaard in mijn vorige post) zal ik daar pas volgende keer in detail op ingaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten