dinsdag 24 maart 2009

De chemie van snelbinders

Soms denk ik dat ik beter een abonnement op snelbinders kan nemen. Vandaag knapte er wéér eentje. En ik zou gezworen hebben dat ik mijn nu zielige stuk rubber pas een paar maanden geleden gekocht heb! Waarom knappen mijn snelbinders nu al?

Wel, de onmiddellijke reden was dat ik een pakket (formaat 4) naar het postkantoor op de Schipholweg wilde brengen. Maar dat was slechts de aanleiding, pakketten van formaat 4 zijn ook weer niet zó groot. Het probleem was met het rubber van de snelbinder: er zaten overal barsten en scheurtjes in.

Misschien heb je dat op school ook weleens gezien met de rubberen slangen die vaak bij het scheikunde-practicum gebruikt worden. Vooral bij de kanten waar de slangen om glaswerk heenzitten zitten vaak barstjes. En soms gaat een slang daardoor zelfs lekken! Maar de enige manier om de barsten in die slangen (en mijn snelbinders) te voorkomen, is te weten hoe die barsten ontstaan, en waarom bijvoorbeeld plastic zakjes niet zo scheuren.

Wel, rubber is een polymeer, een stof die uit een heleboel ('poly') dezelfde stukjes molecuul bestaat. Polymeren zijn erg interessant om te bespreken, maar voorlopig is het genoeg als je weet dat het enorme moleculen zijn. Een rubbermolecuul ziet er ongeveer zo uit:




waarbij de stippellijntjes aangeven dat het nog wel een hele tijd zo doorgaat. Rubbermoleculen zijn dus enorme moleculen van duizenden atomen lang. Maar rubber heeft een zwakke plek: de dubbele banden (normale plastics zoals gebruikt in boterhamzakjes hebben die niet). Als ozon (en er is ozon in de lucht, vooral in de stad) een rubbermolecuul tegenkomt gaat het ermee reageren, zó:



De moraal van het verhaal: de rubbermoleculen worden langzamerhand in stukjes gehakt, en net als een stuk geweven stof waar je één voor één de draden doormidden knipt valt het vroeg of laat uit elkaar. En dat was dus gebeurd met mijn snelbinder.

Toen ik daarover nadacht vond ik één ding wel raar: autobanden bestaan ook uit rubber, maar gaan veel langer mee dan mijn snelbinders, en vertonen bijna geen barsten. Maar daar is (in elk geval volgens wikipedia) een verklaring voor. De bandenfabrikanten voegen anti-ozonstoffen toe aan het bandenrubber, die het ozon onschadelijk maken of ervoor zorgen dat het niet bij de rubbermoleculen kan komen. Misschien zouden snelbinderfabrikanten ook zoiets kunnen doen. Maar ja, dat ze dat niet doen ondanks dat het scheikundig mogelijk is heeft misschien een reden. Hoe zorgen ze er anders voor dat ik elke paar maanden een nieuwe snelbinder koop?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten