zondag 29 maart 2009

Hoe werkt de vakgroep (2/7) - de universitair docent

Wat bijna alle wetenschappers willen (naast beroemd worden) is een vaste baan aan de universiteit. Natuurlijk is het mooiste als universiteiten je meteen zó goed vinden dat ze je tot professor benoemen, maar dat gebeurt bijna nooit. De meeste vaste benoemingen zijn om één van twee redenen: òf je bent zo veelbelovend dat de universiteit je wil houden voordat jouw talent vertrekt naar een andere universiteit, òf er is een wetenschapper nodig om de professor te assisteren. Maar wat je in beide gevallen doorgaans wordt, is universitair docent, of UD.

Hoewel de meeste ambitieuze wetenschappers professor willen worden, is UD vaak een goede tweede keus: je hebt een vaste baan aan de universiteit, en je kunt je met wetenschap bezighouden. Maar wat ook kan volgen is een labyrinth aan keuzes en (gefrustreerde) ambities.

Terwijl een promovendus of een postdoc bijna al zijn tijd kan besteden aan onderzoek, kan een UD dat nauwelijks meer. De tijdsbesteding van een UD lijkt op die van een professor: onderwijs geven (colleges geven, promovendi/postdocs begeleiden), geld proberen te werven voor onderzoek, en managementtaken uitvoeren zoals vergaderingen bijwonen. Als je mijn stuk over hoe je professor wordt gelezen hebt, zie je gelijk het gevaar: als je zelf geen onderzoek meer doet, hoe kan je dan beroemd worden?

Wel, het antwoord is dat je jouw onderzoek uitbesteedt aan die promovendi en postdocs en samen met hen artikelen publiceert (dat wil zeggen, zij doen het onderzoek en schrijven de artikelen, jij corrigeert de artikelen en zet je naam erbij als laatste auteur). Als je goed bent in geld werven, promovendi/postdocs uitkiezen, wetenschappelijke ideeën ontwikkelen en publicaties (laten) schrijven word je co-auteur van een boel artikelen en daarmee beroemd. Als je echter NIET die management-vaardigheden hebt of de professor voor wie je werkt je dwingt teveel tijd te besteden aan colleges geven en vergaderingen bijwonen... dan sterft je wetenschappelijke carrière een langzame, bijna onmerkbaar stille, maar pijnlijke dood.

Hoewel als je geen professor wil worden UD meestal een goede keus zal zijn (vaste baan, universiteit) staan jonge ambitieuze wetenschappers dus voor een dilemma: ben ik al goed genoeg om een vakgroep succesvol te leiden, en betere/meer resultaten te boeken dan ik zou krijgen als ik zelf zou onderzoeken? Of zou het beter zijn eerst nog bij een andere goede vakgroep een jaar of twee te werken als postdoc, meer onderzoekservaring opdoen, meer mensenkennis (hoe ouder, hoe beter), misschien ook beroemder worden, zodat ik in de toekomst aan een betere universiteit kan werken en een grotere kans heb een vakgroep goed te leiden? Wat je ook doet, je loopt altijd risico dat het fout gaat (je krijgt als UD het onderzoek niet van de grond, of je kan geen baan meer vinden als je eindelijk klaar bent met die andere postdoc).

Als je als UD beroemd genoeg bent geworden, kun je solliciteren op een hoogleraarschap (of kun je hopen dat je je professor mag opvolgen als hij met pensioen gaat). Maar voor veel universitair docenten is dat niet weggelegd, die blijven tot hun pensioen universitair docent of universitair hoofddocent. Ze zijn nèt niet goed genoeg in het publicaties persen uit hun medewerkers – of ze vinden onderwijs doen gewoon te leuk en dat slokt teveel aandacht op. Degene die tijdens mijn studie het beste lesgaf was geen professor, maar een UD, Wim de Wolf. Hij kon fantastisch uitleggen, en het was leuk om op zijn colleges te komen. Hij hield echt van onderwijs, in tegenstelling tot een aantal professoren die met gezichten als augurken aan hun 'onderwijsverplichtingen' voldeden. Hij kreeg dan ook terecht de eerste onderwijsprijs die ooit aan de VU-scheikundefaculteit was uitgereikt. Maar hij is nooit professor geworden; het jaar na zijn onderwijsprijs is hij wegbezuinigd. Vaste banen zijn niet altijd zo vast als je denkt. Zeker als je geen professor bent, maar slechts een UD.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten